Frontlijnsturing: het nieuwe toverwoord in het publieke domein?

Auteur(s): ,

Samen met Hennie van Deijck van Publiek Domein heeft Harm Benthem, Stadsdeeldirecteur Loosduinen in Den Haag, in 2016 gewerkt aan de implementatie van frontlijnsturing in zijn stadsdeel. Die perspectiefvolle ontwikkeling hebben zij opgetekend in het Domeinschrift ‘Frontlijnsturing in de Haagse stadsdelen’ om hun inzichten makkelijk met anderen te kunnen delen. De ervaringen in Rotterdam en Tilburg laten zien dat het overal net weer anders kan en mag. Hierin kunnen we elkaar inspireren.

Harm Benthem
Voor Harm Benthem is het niet nieuw. Hij was al bezig met Frontlijnwerk en toen hij vroeg in zijn loopbaan actief was als jongerenwerker: ‘Het zit me in het bloed.’ Later, toen hij Hoofd Welzijn, Jeugd en Participatie werd, viel het hem op dat de bureaucratische gemeentelijke processen dan misschien wel efficiënt waren voor de ambtenaren, maar niet voor de burger. ‘Er werd gehandeld vanuit het perspectief van de gemeente, er was maar weinig oog voor het bewonersperspectief. Bij alles werd gekeken naar “wat wil het Spui?” Er was geen wederkerigheid tussen bewoners en gemeentelijke organisaties.’

Zo werden kleine welzijnsorganisaties door de ene fusie na de andere steeds grotere kolossen, met als voordelen ‘meer synergie en meer slagkracht’. Maar in de praktijk bleken die voordelen er helemaal niet te zijn. De afstand tussen instellingen en bewoners werd alleen maar groter. En ook op andere vlakken zorgde (en zorgt) dit ‘macrobeleid’ voor problemen.

Eenvormige aanpak werkt gewoon niet

‘Neem bijvoorbeeld het bomenbeleid: voor de gemeente is het natuurlijk het voordeligst om een grote partij bomen aan te schaffen, allemaal van gelijk formaat. Maar dat blijkt in de praktijk niet te passen: de ene buurt vraagt namelijk iets heel anders dan de andere. Een eenvormige aanpak werkt hier gewoon niet.’

Frontlijnwerk is een terugkeer naar een meer passende aanpak. ‘Het is maatwerk. We treden eerlijk en open in contact met de bewoners, we luisteren écht naar hun verhalen. Om vervolgens probleemoplossend te handelen, als dat mogelijk is. Soms kan er iets gedaan worden, soms ook niet. Maar wat er in ieder geval ontstaat, is meer wederzijds begrip. En soms is dat al voldoende om de angel uit een situatie te halen. Daar is wel wat durf voor nodig: om naast bewoners te gaan staan, om de dialoog aan te gaan,’ vertelt Benthem.

Een voorbeeld van hoe goed frontlijnsturing kan werken? Dat is buitenplaats Ockenburgh, een gemeentelijk monument waar gemeente Den Haag al jaren mee in haar maag zat. Na jaren van leegstand en verwaarlozing ontstond er in 2012 een buurtinitiatief om de monumentale villa en omgeving nieuw leven in te blazen. Een gezamenlijke aanpak: gemeente zegde toe het casco te renoveren, vrijwilligers van de stichting restaureren en exploiteren op duurzame wijze het pand. En het begint al te bloeien: er is een cultuurprogramma, en pop-uprestaurant Ock is een succes.

Vertaalslag

Een mooi voorbeeld. Maar zijn dit soort frontlijnacties niet incidenteel? Zet het wel zoden aan de dijk? Benthem: ‘Er moet zeker nog een vertaalslag komen van de wijken naar beleid om deze manier van werken te borgen. Het moet meer worden ingebed in de organisatie. Maar alle stadsdeeldirecteuren hebben deze missie omarmd en het is een belangrijk onderdeel van het bestuurlijke actieplan van wethouder Baldewsingh.’

Frontlijnsturing  is geen toverwoord dus – maar een signaal van deze tijd. Een nuchter antwoord op concrete, actuele en onoverzichtelijke maatschappelijke vraagstukken, waarbij frontlijnwerkers de ruimte krijgen om hierin verantwoordelijkheid te nemen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *